Als je werkt met het Dialoogmodel benader je hulpvragers op dialogische wijze. Je zorgt ervoor de ander niet als passieve informant en object te benaderen. Je nodigt vanaf het begin de ander uit tot actieve, eigen inbreng. En je stemt je af op diens tempo en mogelijkheden. Je spreekt de taal die past bij de ander.  
Deze attitude helpt elkaar beter te begrijpen en bevordert de therapeutische relatie. Circulair, dynamisch denken, oog en oor hebben voor eveneens de helpende kanten en voor ieders rol en positie kenmerken de methodiek. 
Je gaat samen op zoek naar een gedeeld verhaal dat je gezamenlijk letterlijk in kaart brengt. Dit samenhangend overzicht van wat helpt en hindert is vertrekpunt voor behandeling en ijkpunt bij regelmatige evaluaties, zodat je het samen weer voldoende goed geregeld krijgt.

Methodiek dialoogmodel